Dat schrijft het Britse weekblad The Economist.
Twee jaar geleden zag een hoogleraar in de Amerikaanse staat Minnesota, een
verwoed koffiedrinker, dat zich een laagje olie had gevormd in een vergeten
mok met oude koffie. De man, Mano Misra, deed onderzoek naar biodiesel en
hij besloot de mogelijkheden te onderzoeken. De plaatselijke Starbucks hielp
hem aan koffiedrab.
Inmiddels weet Misra het zeker: koffiedrab blijkt uitstekende eigenschappen te
hebben om toegevoegd te worden aan diesel. Biodiesel is wereldwijd in
opkomst, maar ligt ook onder vuur omdat plantaardige toevoegingen beslag
leggen op landbouwareaal.
Koffiedrab heeft dat nadeel niet. Een ander voordeel is geur: biodiesel van
koffie ruikt naar… koffie. Dat is heel wat beter dan de weeïge geuren die
sommige andere soorten opleveren.
Bedrijfje begonnen
Misra en zijn studenten hebben inmiddels een procédé ontwikkeld voor de
verwerking van koffiedrab tot biodieselgrondstof. Ze zien zoveel brood in
het project dat ze ook een bedrijf zijn begonnen, Bio-Grounds geheten, zo
meldt het Amerikaanse Biodiesel Magazine.
Ze hebben berekend dat Starbucks 13 miljoen dollar kan verdienen als het al
zijn koffieresten zou laten verwerken. Starbucks zelf vindt die schatting
overigens te hoog.
Jaarlijkse hoeveelheid drab
Drab is er genoeg. Volgens het Amerikaanse ministerie van landbouw produceert
alleen de VS al jaarlijks 7 miljoen ton koffie per jaar, in theorie goed
voor 1,3 miljard liter biodiesel.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl